2002: Vrouwen in Afrika

Interne vergaderingen

Na de workshops en panels organiseerden diverse groepen hun eigen vergadering. Het Boston Women’s Health Book Collective zette de vorig jaar in Utrecht ingezette weg voort door te spreken met vrouwen die in hun eigen land met de vertaling of bewerking van Ourbodies Ourselves bezig zijn. Het Global Fund voor Women gaf raad hoe fondsen te werven aan organisaties die geld nodig hebben om hun politieke acties te ondersteunen. Erg enthousiasmerend was de oproep van de oprichter van deze wereldwijde organisatie, Anne Firth Murray. Volgens haar begint fondsen werven met je mond opendoen en vragen: begin gewoon met je naaste familie en breidt het uit naar vrienden. Iedereen kent immers wel iemand die geld over heeft voor een ideëel doel?

Women’s Global Network for Reproductive Rights (WGNRR) uit Amsterdam, actief sinds 1978 en met ongeveer 1700 leden in 157 landen, gaf niet alleen een workshop over het recht op geboortebeperking voor vrouwen uit Afrikaanse landen, maar organiseerde daarnaast een discussie tussen haar leden. De WGNRR is gebaseerd op de kracht van haar eigen netwerk. Het netwerk staat wereldwijd in contact met elkaar en ondersteunt elkaar bij problemen rondom alles wat met vrouwen en voortplanting te maken heeft, zoals de verminking van meisjes, voorbehoedsmiddelen, abortus en Aids. Solidariteit is een belangrijk onderdeel van hun ideologie. De WGNRR gaat ervan uit dat iedere vrouw het recht heeft om zelf te bepalen of en wanneer ze kinderen wil. Sociale, politieke en economische omstandigheden van vrouwen zouden in de hele wereld zo moeten zijn dat alle vrouwen dezelfde rechten hebben. Na de ledenvergadering werd een gezamenlijk manifest over de rechten van vrouwen en voortplanting opgesteld.

Ook gedelegeerden van Afrikaanse landen kwamen bij elkaar om hun situatie te bespreken, waarna een manifest werd opgesteld dat op de slotceremonie werd voorgelezen. Juist in de Afrikaanse landen is onlangs een seksschandaal boven water gekomen dat het afgelopen jaar veel stof heeft doen opwaaien. Volgens een rapport van de UNHCR en Save the Children UK is er in een aantal landen in West Afrika sprake van kwalijke praktijken: aids workers van diverse NGO’s, maar ook soldaten en lokale overheden ‘verkopen’ het door het World Food Program aangeleverde (gratis) voedsel en kleren aan jonge meisjes in ruil voor seksuele handelingen. Over deze zaak is het laatste woord nog niet gezegd. Alle deelnemende groepen brachten een zorgvuldig opgesteld politiek plan, dat zo doorgesluisd kon worden naar de verantwoordelijke politieke personen in het land van herkomst.
Juist daarin onderscheidde de vijf dagen durende vergadering zich van andere bijeenkomsten op het gebied van vrouw en zorg: hier was geen sprake van een ‘halen en brengen’ cultuur, maar van uitwisseling, activisme en betrokkenheid. Iedereen bleek bereid in de komende jaren stappen te zetten die wereldwijd de situatie van vrouwen en hun welzijn kunnen verbeteren.


deelneemster

Zeinabou Diakite
Zeinabou Diakite