Een deel van mij is zij

Maartje 't Hart

Maartje

Laf

Hoe zijn de taken in jullie huishouden verdeeld sinds het afscheid van de Universiteit van Leiden? (Maarten ’t Hart was als bioloog aan de universiteit verbonden tot hij in 1987 werd weg bezuinigd, mb)

‘Ik doe bijna het hele huishouden, omdat ik dat gewoon leuk vind. Wassen doe ik niet, maar strijken wel. Dat is een prettig moment, dan kan ik rustig naar muziek luisteren terwijl de stoomwolken mijn neus binnenstromen. Ik doe gewoon alles wat mijn moeder vroeger deed, plus de tuin. Mijn vriendinnen zijn daar jaloers op, kunnen nauwelijks geloven dat ik zo graag kook, maar ik doe het met plezier. We hebben geen kinderen, dat maakt het gemakkelijker. Ik zou niet weten hoe ik het er dan vanaf zou brengen. We hebben daar bewust voor gekozen. Het verlangen naar een baby heeft voor mij puur te maken met mijn verlangen een vrouw te willen zijn en dat te vervolmaken. Het is geen reëel verlangen. Als ik een vrouw werd zou dat het einde van mijn relatie betekenen, want dan zou Hanneke met een vrouw samenleven. Het komt wel eens voor dat de vrouw blijft, maar dat is bij mij niet het geval.’

Transseksuele mensen en travestieten ontmoeten nogal eens agressie. Kom jij daar als Maartje mee in aanraking?

‘Als ik me als Maartje vertoon, is het nog nooit voorgekomen dat ik agressief werd benaderd. Wel in publicaties. Er is een aantal mensen dat er schamper over doet. Zo schreef Heleen Monteyne een paar jaar geleden dat het belachelijk en onzinnig was. Daar heb ik kwaad op gereageerd, ik vond het zo bekrompen. Ook een aantal columnisten vond het een mooi onderwerp om schamper over te schrijven, vooral na het fameuze boekenbal. Meestal heb ik er niet op gereageerd. Ik ben een tijdlang naar bijeenkomsten van het T en T geweest (Travestieten en Transseksuelen). Die komen eenmaal per maand in Amsterdam bij elkaar. Daar kreeg je al die agressie van transseksuelen over je heen, die zich ver boven travestieten verheven voelen. Die zijn in hun ogen halverwege blijven steken, terwijl zij ‘de grote stap’ hebben gezet. Ik werd behandeld als iemand die laf was, die die stap niet durfde te maken. Dat ik naar het boekenbal ging als Maartje, kwam voor een deel ook omdat op een T en T bijeenkomst iemand tegen me had gezegd: ‘Jij moet er nu maar eens voor uitkomen, jij kunt het je permitteren, je bent bekend en het zal je niet schaden!’ Maar toen ik nadien op een bijeenkomst kwam, zei niemand: goh, wat moedig dat je het hebt gedaan, nee, ik kreeg te horen: ja, jou zal het niet schaden, jij bent rijk genoeg, wij kunnen dat niet. Het werd dus niet gewaardeerd, terwijl het voor mij een hele stap was, ik kon al mijn lezers wel kwijtraken! Natuurlijk waren er ook mensen die verkondigden dat ik het als een publiciteitsstunt had gedaan, maar dat was onzin.’

Hoe zijn de reacties van mannen op Maartje?

‘Mannen hebben er over het algemeen weinig begrip voor. Ik kom zelden iemand tegen die er positief tegenover staat. Het lijkt er soms op of onderdrukt verlangen is omgeslagen in afkeuring. Bij vrouwen is het onderscheid tussen het dragen van mannen- of vrouwenkleren absoluut vervaagd, zij mogen zich kleden zoals ze willen.’ Na een korte stilte: ‘Voor mij wijst dit fenomeen erop dat vrouwen nog steeds als tweederangsburgers worden beschouwd. Mannen verlagen zich door vrouwenkleren aan te trekken, maar voor vrouwen is het een opwaardering als ze mannenkleren dragen. Ik hoor vaak van mannen: hoe kun je dat nou toch doen? Dat is minderwaardig! Dat ik het mannelijke en het vrouwelijke in mezelf bij elkaar probeer te laten komen, nemen mannen me kwalijk. Als vrouw heb ik trouwens totaal geen verlangen naar mannen. Als vrouw ben ik honderd procent lesbisch. Met de vriendinnen met wie ik op stap ga, voel ik geen erotische spanning. Bij vrouwen die ver van me afstaan voel ik die wel. Die vrouwen zijn totaal anders dan ik, die zijn mannelijk, rijden op motoren in leer.’

Je geeft in je roman De Kroongetuige blijk van inzicht in de socialisatie van vrouwen, zoals het ‘moeten hebben van een kind’. Soms leek het echter alsof de man en vrouw een waren. Geef je de personages in dat boek aspecten van jezelf mee?

‘Ja, het verhaal van die vrouw die heel graag moeder wil worden heeft veel met mezelf te maken. Vrouw zijn, dat is prachtig, dat zou ik ook nog kunnen bereiken door een operatie, maar het ultieme, het allermooiste om zelf een kind te baren, behoort ook dan niet tot de mogelijkheden. Dat zou ik ongelooflijk graag ervaren, dan pas zou ik helemaal vrouw zijn. In die vrouw legde ik een soort verlangen van mezelf. Maar de reactie van de man, die een afkeer krijgt van de seks omdat het alleen nog in dienst stond van de voortplanting, heb ik van dichtbij bij anderen meegemaakt. Dat is niet iets van mezelf.’